Limieten en grenswaarden
De prestatie-eisen beschouwen activiteiten als algemeen duurzaam of ze nemen de vorm aan van limieten en grenswaarden.
Over het algemeen duurzaam | Limieten/grenswaarden |
Productie van batterijen die het mogelijk maken de uitstoot van broeikasgassen in de vervoersector te verminderen | Voor de cementproductie geldt een duurzaamheidsgrens van 0,722 t CO2e/t cementklinker en < 0,469 t CO2e/t cement gemaakt van alternatieve hydraulische bindmiddelen of grijze klinker. |
Hooggelegeerd staal geproduceerd in vlamboogovens, mits ten minste 70% schroot wordt gebruikt | De productie van vloeibaar ruwijzer wordt duurzaam geacht onder de broeikasgasemissiegrenswaarde van 1,331 t CO2e/t product, terwijl de grenswaarde voor hooggelegeerd staal dat in een vlamboogoven wordt gemaakt 0,266 t CO2e/t bedraagt. |
De EU-taxonomie beschouwt kunststoffen alleen als algemeen duurzaam als ze volledig zijn geproduceerd door mechanische recycling van gebruikte kunststoffen. Chemische recycling komt alleen in aanmerking als er geen mechanische methode beschikbaar is of als mechanische methoden niet rendabel zijn. Levenscyclusevaluaties voor chemische recycling moeten aantonen dat de broeikasgasemissies over de hele levenscyclus lager zijn dan die van conventionele, op fossiele brandstoffen gebaseerde kunststoffen. Bij die beoordelingen mag geen rekening worden gehouden met eventuele "credits", zoals voor de ontkoppeling van fossiele brandstoffen, of vervangingseffecten. Biogebaseerde kunststoffen die met hernieuwbare materialen, d.w.z. biomassa, industrieel bioafval en gemeentelijk vast afval, worden geproduceerd, worden als duurzaam beschouwd als kan worden aangetoond dat zij minder broeikasgasemissies veroorzaken dan conventionele, op fossiele brandstoffen gebaseerde productiemethoden. Bovendien moet de teelt van biomassa voldoen aan duurzaamheidscriteria zoals vastgesteld in Richtlijn (EU) 2018/2001.
De limieten en grenswaarden zijn vastgelegd in verordeningen over de toewijzing van gratis emissiecertificaten in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten of komen overeen met een benchmark voor energie-efficiëntie. In elk geval worden de beste 10% van de Europese productiecijfers als benchmark genomen. Meer bepaald wordt de benchmark bepaald door de cijfers van de 10% meest efficiënte installaties in 2016 en 2017, overeenkomstig de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447).