Milieu & duurzaamheid

De EU-Taxonomie-verordening en de implementatie ervan

De feiten, een praktijkvoorbeeld en een checklist met 7 stappen naar Taxonomie alignment

13 minuten06/01/2023

De tijd van greenwashing loopt ten einde. Bedrijven en financiële instellingen zijn nu verplicht een duidelijke focus te leggen op echte duurzaamheid. Duurzaam ondernemen is bijgevolg veel meer geworden dan een ethisch, normatief concept en moet in plaats daarvan worden ondersteund met harde feiten en cijfers. De eisen voor niet-financiële verslaglegging zijn dienovereenkomstig toegenomen. Een centraal element in deze verschuiving naar kwalitatief meetbare duurzaamheid is de Taxonomieverordening van de EU. Maar wat betekent dit voor u en uw bedrijf? In dit artikel bespreken we de belangrijkste feiten en verkennen we de achtergrond van de EU Taxonomie. U leert onder welke omstandigheden de verordening op u van toepassing is en aan welke eisen bedrijfsactiviteiten moeten voldoen om aan de Taxonomie te voldoen. U ontvangt ook een checklist met specifieke stappen om u te begeleiden op uw weg naar de aanpassing aan de Taxonomie en een praktijkvoorbeeld ter verduidelijking. Klik op de onderstaande subpunten om door het artikel te navigeren:

EU Taxonomy in het kort

Op 21 april heeft de Europese Commissie het Sustainable Finance Package aangenomen - een ambitieus, uitgebreid pakket maatregelen dat investeringen in duurzame activiteiten binnen de Europese Unie moet helpen stimuleren. Een elementair onderdeel van dit pakket is de EU Taxonomy, ook bekend als de EUTaxonomy Regulation (Verordening (EU) 2020/852). Dit is een reeks screeningcriteria die de beoordeling moet vereenvoudigen van de vraag of een bedrijfsactiviteit een significante bijdrage levert aan duurzaamheid - met name aan de beperking van en aanpassing aan de klimaatverandering. Naast een significante bijdrage aan een of meer milieudoelstellingen mag geen enkele andere milieudoelstelling worden geschaad. Daarnaast vereist de EU-Taxonomie ook afstemming op sociale minimumnormen. Met de Taxonomie is voor het eerst een regelgevingskader gecreëerd dat aangeeft wat in milieuopzicht duurzaam ondernemen is.

De 6 milieudoelstellingen van de EU-Taxonomie

  • Beperking van de klimaatverandering

  • Aanpassing aan klimaatverandering

  • Duurzaam gebruik en bescherming van water en mariene hulpbronnen

  • Transitie naar een circulaire economie

  • Preventie en bestrijding van verontreiniging

  • Bescherming en herstel van biodiversiteit en ecosystemen

Technische evaluatiecriteria en prestatie-eisen

De bijdragen aan milieudoelstellingen worden ondersteund met criteria in verdere gedelegeerde besluiten en ondersteund door andere EU-verordeningen en EU-richtsnoeren. Bedrijven moeten aantonen dat hun bedrijfsactiviteiten voldoen aan technische screeningscriteria die de prestatie-eisen voor bepaalde bedrijfsactiviteiten bepalen. Hoewel de prestatiecriteria betrekking hebben op elk van de zes milieudoelstellingen, zijn ze alleen voor de eerste twee expliciet vastgelegd: beperking van en aanpassing aan de klimaatverandering. Deze prestatiecriteria kunnen worden gebruikt om te bepalen onder welke omstandigheden en in welke mate een activiteit de milieudoelstellingen positief beïnvloedt zonder de andere doelstellingen in gevaar te brengen.

Er wordt ook een onderscheid gemaakt tussen ecologisch duurzame ("groene") bedrijfsactiviteiten, faciliterende activiteiten en overgangsactiviteiten. Deze activiteiten leveren een directe, significante bijdrage of zijn indirect en hebben een faciliterend effect en ondersteunen de overgang naar een klimaatneutrale economie. Dit zou bijvoorbeeld het geval zijn als de producten van een bedrijf helpen de broeikasgasemissies in de gebruiksfase voor eindgebruikers of andere bedrijven te verminderen. Mogelijk makende activiteiten moeten dus een positief effect hebben gedurende hun levenscyclus. Overgangsactiviteiten dragen bij tot een klimaatneutraal economisch systeem in gevallen waarin er om technische of economische redenen geen klimaatvriendelijke alternatieven voorhanden zijn. Deze overgangsactiviteiten moeten echter de meest milieuvriendelijke in hun sector zijn en mogen de lock-in-effecten niet verergeren.

Goed om te weten: het lock-in effect

Een lock-in-effect is gebaseerd op een padafhankelijkheid en belemmert de vooruitgang van betere alternatieven ondanks hun inferioriteit.

Een relevant lock-in effect in deze context is de lock-in voor kooldioxide. Deze padafhankelijkheid heeft betrekking op fossiele brandstoffen en is industrieel en technologisch van aard. De carbon lock-in is een hardnekkige situatie waarin marktbelemmeringen en politieke barrières de verspreiding van low-carbon alternatieven massaal belemmeren, ondanks hun milieu- en economische voordelen.

Limieten en grenswaarden

De prestatie-eisen beschouwen activiteiten als algemeen duurzaam of ze nemen de vorm aan van limieten en grenswaarden.

Over het algemeen duurzaam

Limieten/grenswaarden

Productie van batterijen die het mogelijk maken de uitstoot van broeikasgassen in de vervoersector te verminderen

Voor de cementproductie geldt een duurzaamheidsgrens van 0,722 t CO2e/t cementklinker en < 0,469 t CO2e/t cement gemaakt van alternatieve hydraulische bindmiddelen of grijze klinker.

Hooggelegeerd staal geproduceerd in vlamboogovens, mits ten minste 70%
schroot wordt gebruikt

De productie van vloeibaar ruwijzer wordt duurzaam geacht onder de broeikasgasemissiegrenswaarde van 1,331 t CO2e/t product, terwijl de grenswaarde voor hooggelegeerd staal dat in een vlamboogoven wordt gemaakt 0,266 t CO2e/t bedraagt.

De EU-taxonomie beschouwt kunststoffen alleen als algemeen duurzaam als ze volledig zijn geproduceerd door mechanische recycling van gebruikte kunststoffen. Chemische recycling komt alleen in aanmerking als er geen mechanische methode beschikbaar is of als mechanische methoden niet rendabel zijn. Levenscyclusevaluaties voor chemische recycling moeten aantonen dat de broeikasgasemissies over de hele levenscyclus lager zijn dan die van conventionele, op fossiele brandstoffen gebaseerde kunststoffen. Bij die beoordelingen mag geen rekening worden gehouden met eventuele "credits", zoals voor de ontkoppeling van fossiele brandstoffen, of vervangingseffecten. Biogebaseerde kunststoffen die met hernieuwbare materialen, d.w.z. biomassa, industrieel bioafval en gemeentelijk vast afval, worden geproduceerd, worden als duurzaam beschouwd als kan worden aangetoond dat zij minder broeikasgasemissies veroorzaken dan conventionele, op fossiele brandstoffen gebaseerde productiemethoden. Bovendien moet de teelt van biomassa voldoen aan duurzaamheidscriteria zoals vastgesteld in Richtlijn (EU) 2018/2001.

De limieten en grenswaarden zijn vastgelegd in verordeningen over de toewijzing van gratis emissiecertificaten in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten of komen overeen met een benchmark voor energie-efficiëntie. In elk geval worden de beste 10% van de Europese productiecijfers als benchmark genomen. Meer bepaald wordt de benchmark bepaald door de cijfers van de 10% meest efficiënte installaties in 2016 en 2017, overeenkomstig de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447). 

7 stappen om de EU Taxonomieverordening te implementeren

Om aan de EU-taxonomie te voldoen, moeten bedrijven hun bedrijfsactiviteiten zorgvuldig analyseren en nagaan in hoeverre deze een wezenlijke bijdrage leveren aan de zes milieudoelstellingen. Zij moeten ook aantonen dat bepaalde activiteiten geen negatief effect hebben op andere milieudoelstellingen en dat sociale minimumnormen worden nageleefd.

Het is belangrijk processen voor gegevensverzameling,controle en rapportage vast te stellen en aan te passen om de latere rapportage van financiële en niet-financiële KPI's te vergemakkelijken. Bedrijven moeten daarom in een vroeg stadium de relevante afdelingen en andere belangrijke belanghebbenden erbij betrekken. Gebruik de volgende stappen om uw route naar Taxonomy alignment te begeleiden:

1. Voorbereiding op duurzaamheidsrapportage

Een systematische voorbereiding is een raadzame eerste stap voordat de wettelijke vereisten van kracht worden. Dit houdt in dat de doelstellingen van uw bedrijf moeten worden verduidelijkt en dat er overeenstemming moet worden bereikt over uw ambitieniveau. Wilt u snel tot afstemming komen, wilt u zich richten op strategische duurzaamheidsinnovatie, of wilt u duurzaamheidsbeheer op lange termijn invoeren op basis van voortdurende verbetering? Bij het nemen van beslissingen in de voorbereidingsfase is het belangrijk rekening te houden met perspectieven die de context van uw bedrijfstak weerspiegelen en met bijdragen voor verschillende onderdelen van uw bedrijf (bijvoorbeeld de afdelingen Duurzaamheid, Controlling, Financiën, Alignment, Verkoop en Productie, enz.)

2. Voorbereidende studie

U moet in een vroeg stadium vaststellen welke gegevens u nodig hebt en welke informatie er eventueel ontbreekt, idealiter in een voorstudie. Totdat de definitieve versie van het CSRD wordt uitgebracht, raden wij ook aan eerste ervaring op te doen met de tot nu toe gebruikte normen.

3. Identificeren van bedrijfsactiviteiten die overeenstemmen met de taxonomie

Het EU Taxonomy Compass is een Excel-spreadsheet met basisinformatie over "groene" bedrijfsactiviteiten. Hiermee kunnen bedrijven nagaan of zij een van de genoemde activiteiten uitvoeren of rechtstreeks bijdragen aan de vermindering van broeikasgasemissies van andere bedrijven. Het stelt bedrijven ook in staat om overgangsactiviteiten te identificeren waarvoor momenteel geen klimaatvriendelijke alternatieven bestaan. Voor dergelijke activiteiten moeten financiële indicatoren worden geregistreerd.

4. Taxonomiescreening om substantiële bijdragen te identificeren

Aan de hand van technische screeningscriteria en vastgestelde drempels kan worden nagegaan of de minimumeisen van de taxonomie zijn nageleefd. Tot dusver zijn eisen gepubliceerd voor twee doelstellingen: beperking van de klimaatverandering en aanpassing aan de klimaatverandering. In verdere gedelegeerde handelingen zullen criteria voor de andere milieudoelstellingen worden vastgesteld.

5. DNSH-assessment(Do No Significant Harm)

Aan de hand van een reeks controlevragen wordt nagegaan of elke geselecteerde activiteit naar verwachting geen significant negatief effect op de milieudoelstellingen zal hebben.

7. Berekening van financiële KPI's

In deze stap is het de taak om te analyseren welk deel van de omzet, CapEx en OpEx van de bedrijfsactiviteiten volgens de vorige stappen met de taxonomie overeenstemt. Deze laatste stap omvat ook het verzamelen van ondersteunende documenten en gegevens, zoals koolstofvoetafdrukken en levenscyclusanalyses.

Taxonomie KPI's: Omzet, CapEx en OpEx

Voorbeeld assessment van taxonomie afstemming (gebaseerd op Weidner 2020)

Voorbeeld van een bedrijfssituatie

Een cementproducent met vijf vestigingen in Nederland en Belgie moet aan een investeerder aantonen dat hij zich aan de EU-Taxonomie houdt en aangeven in welke mate de activiteiten van het bedrijf bijdragen tot duurzaamheid. De productie van cement is zeer CO2-intensief vanwege de directe (d.w.z. procesgerelateerde) CO2-emissies bij de klinkerproductie en de hoge-temperatuurprocessen. De procesgerelateerde CO2-emissies bij het calcineren zijn goed voor ongeveer 65% van de totale emissies. In de huidige situatie kunnen deze emissies nog niet worden vermeden.

Assessment van taxonomie-afstemming

Alle vijf vestigingen van het voorbeeldbedrijf produceren uitsluitend cement, waarbij elke fabriek 20% van de totale omzet van het bedrijf voor haar rekening neemt. Slechts twee fabrieken kunnen aan de EU-Taxonomiedrempel voldoen door cement te produceren met een gemiddelde emissie van minder dan 0,722 t CO2e/t. Derhalve kunnen alleen de bedrijfsactiviteiten op deze twee locaties als ecologisch duurzaam worden aangemerkt overeenkomstig de EU-Taxonomieverordening. Let op de formulering: "zouden kunnen worden aangewezen". Voordat de onderneming kan verklaren dat deze locaties voldoen aan de eisen van de EU-Taxonomie, moet zij aantonen dat deze activiteiten voldoen aan het DNSH-principe en geen negatief effect hebben op een van de andere vijf milieudoelstellingen. Ten eerste kan de onderneming aantonen dat al haar vestigingen voldoen aan alle minimumeisen van de OESO-richtsnoeren voor multinationale ondernemingen. Een van de twee cementfabrieken ligt echter in een gebied waar de afgelopen zomers herhaaldelijk watertekorten zijn geweest. De cementproductie heeft dus een negatief effect op de milieudoelstelling van duurzaam gebruik van watervoorraden.

Samenvatting

Aangezien slechts twee locaties aan de drempel voldoen, en een van deze twee een negatief effect heeft op een milieudoelstelling, kan de onderneming slechts 20% van haar omzet aanmerken als afgestemd op de EU-Taxonomie.

Vervolgstappen voor het voorbeeldbedrijf

Aangezien slechts twee van de vijf fabrieken van het bedrijf voldoen aan de in de technische selectiecriteria vastgestelde drempel (0,722 t CO2e/t), moet het bedrijf investeren in energie-efficiëntiemaatregelen, procesverbeteringen en technologieën met negatieve emissies.

Vanuit het huidige perspectief lijkt het gebruik van technologieën voor CO2-afvang en -opslag (CCS) en eventueel CO2-afvang en -gebruik (CCU) onontkoombaar, wil de cementsector klimaatneutraal worden. Elektrificatie en brandstofomschakeling zijn mogelijke manieren om de indirecte emissies die ontstaan bij de levering van proceswarmte te verminderen. Het voorbeeldbedrijf zal 25 miljoen euro investeren om de komende jaren eerste maatregelen uit te voeren en zo een bijdrage te leveren aan de milieudoelstelling om de klimaatverandering te beperken. In een kleinschaliger project met een budget van 2,5 miljoen euro zal het bedrijf investeren in drainagesystemen op een van zijn locaties, die zullen bijdragen tot de bescherming tegen overstromingen en zo de milieudoelstelling van aanpassing aan de klimaatverandering zullen ondersteunen. Voor de financiering van deze maatregelen wil het bedrijf 27,5 miljoen euro extern kapitaal aantrekken. De investeringen in deze maatregelen zijn volledig in overeenstemming met de EU-taxonomie.
 

Outlook

Bedrijven moeten zich informeren over de scope van de Taxonomieverordening en implementatiestrategieën ontwikkelen. Vanwege de doelstellingen van de Taxonomie om kasstromen te kanaliseren naar duurzame bedrijfskansen, is er een toenemende druk om de duurzaamheidsprestaties te optimaliseren en transparante rapportage te produceren. Alleen door strategisch duurzaamheidsbeheer en door de7 stappen voor de uitvoering van de Taxonomieverordening van de EU te volgen, kunt u zich op lange termijn verzekeren van toegang tot de kapitaalmarkt.

De verschuiving naar duurzaamheid die de hele samenleving kenmerkt, is een sterk argument voor vrijwillige Taxonomy-rapportage. Uw bedrijf zal profiteren van een grotere vraag op de kapitaalmarkt en gunstigere financieringsvoorwaarden voor overheidsfinanciering en investeringsprogramma's. Duurzaamheidsbeheer binnen de inhoud van de EU Taxonomy is een continu verbeteringsproces waarbij investeringen meestal als volledig Taxonomy-conform kunnen worden aangemerkt. U moet de EU-taxonomieverordening zien als een kans om de economische vooruitgang te stimuleren en uw bedrijf een echte bijdrage te laten leveren aan de verwezenlijking van de VN-doelstellingen voor duurzame ontwikkeling.

X