Compliance, Milieu & duurzaamheid

Milieuprestatie-indicatoren en voorbeelden voor uw ESG-rapportage

GRI, EMAS, Europese Commissie: Dit zijn de belangrijkste prestatie-indicatoren

7 Minuten 15.05.2023

Bedrijven worden beschouwd als belangrijke spelers op weg naar een algehele maatschappelijke verandering in de zin van meer duurzaamheid. De EU-Taxonomie en de bijbehorende wettelijke voorschriften hebben een classificatiesysteem voor duurzame bedrijfsactiviteiten gespecificeerd, met als doel de kapitaalstromen te sturen op een manier die duurzame ontwikkeling, klimaatneutraliteit, een circulaire economie en biodiversiteit ondersteunt. De druk om duurzaamheid aan te tonen in de context van ESG-prestaties neemt toe. De komende herzieningen van de duurzaamheidsrapportage (zoals uiteengezet in de richtsnoeren van de EU-CSRD) zullen ook de verplichtingen inzake niet-financiële rapportage uitbreiden tot een veel groter aantal ondernemingen. 

Bijna alle duurzaamheidsverslagen en elk ESG-verslag bevatten milieuprestatie-indicatoren die direct of indirect verband houden met de activiteiten van een onderneming. In dit artikel vindt u een gedetailleerd overzicht van diverse milieu-KPI's volgens GRI, EMAS en de richtsnoeren van de Europese Commissie.

Milieuprestatie-indicatoren: een overzicht

Wat milieurapportage betreft, verzamelen veel bedrijven al gegevens voor regelgevings- en vergunningsdoeleinden en via milieu- en energiebeheersystemen. Veel voorkomende indicatoren zijn onder meer luchtemissies die bij verbrandingsprocessen worden geproduceerd en die al worden geregistreerd voor emissieverslagen en monitoring. Dit betekent dat voor ESG-rapportage het wiel niet opnieuw hoeft te worden uitgevonden. Recente regelgeving op EU-niveau is immers gericht op compatibiliteit met gemeenschappelijke kaders. De richtsnoeren voor niet-financiële verslaglegging (2017/C 215/01) verwijzen expliciet naar de volgende KPI's:

  • Energieprestaties en verbeteringen in de energieprestaties
  • Energieverbruik uit niet-hernieuwbare bronnen en energie-intensiteit
  • Broeikasgasemissies en broeikasgasintensiteit
  • Emissies van andere verontreinigende stoffen (gemeten in absolute waarde en als intensiteit)
  • Winning van natuurlijke hulpbronnen
  • Effecten en afhankelijkheid van natuurlijk kapitaal en biodiversiteit
  • Afvalbeheer (bv. recyclingpercentages)

Voorbeelden van milieu-KPI's volgens EMAS en GRI

De volgende tabel geeft een overzicht van mogelijke milieu-indicatoren. Voor een betere vergelijking kunnen de indicatoren worden gerelateerd aan een ander cijfer, bijvoorbeeld de bruto toegevoegde waarde of omzet, de totale productie van producten of het aantal medewerkers:

Energie-efficiëntie

EMAS-kernindicatoren en aanvullende indicatoren

GRI-standaard 2016

  • En1: Totaal direct energieverbruik

  • En2: Totaal hernieuwbare energiegebruik in procenten

  • En3: Energieverbruik voor verwarming per verwarmd gebied

  • En4: Gebruik van afvalwarmte

  • En5: Monitoring van het energiegebruik

  • 302-1 Energieverbruik binnen de organisatie

  • 302-2 Energieverbruik buiten de organisatie

  • 302-3 Energie-intensiteit

  • 302-4 Vermindering van het energieverbruik

  • 302-5 Vermindering van de energiebehoeften van producten en diensten

Materiaal-efficiëntie

EMAS-kernindicatoren en aanvullende indicatoren

GRI standaard 2016

  • M1: Jaarlijkse doorstroming van verschillende gebruikte materialen

  • M2: Productieafval

  • M3: Hoeveelheid overproductie

  • M4: Aandeel van de gebruikte gerecycleerde materialen

  • 301-1 Gebruikte materialen naar gewicht of volume

  • 301-2 Gebruikte gerecycleerde grondstoffen

  • 301-3 Teruggewonnen producten en hun verpakkingsmateriaal

Emissies

EMAS-kernindicatoren en aanvullende indicatoren

GRI-standaard 2016

  • Em1: Totale jaarlijkse uitstoot van broeikasgassen

  • Em2: Totale jaarlijkse luchtemissies (van SO2, NOX, OM, enz.)

  • Em3: CO2-intensiteit van het wagenpark

  • Em4: CO2-emissies door het vervoer

  • Em5: Aandeel van de verschillende vervoerswijzen die worden gebruikt voor het vervoer van goederen 

  • Em6: CO2-emissies veroorzaakt door zakenreizen

  • Em7: Verhouding tussen de verschillende vervoerswijzen die worden gebruikt voor zakenreizen

  • Em8: Door medewerkers in het woon-werkverkeer gebruikte vervoerswijzen

  • Em9: Geluidsemissies

  • 305-1 Directe (Scope 1) BKG-emissie

  • 305-2 Indirecte energie (Scope 2) BKG-emissies

  • 305-3 Andere indirecte (Scope 3) BKG-emissies

  • 305-4 4 Intensiteit van de BKG-emissies

  • 305-5 5 Vermindering van broeikasgasemissies

  • 305-6 6 Emissies van ozonafbrekende stoffen (ODS)

  • 305-7 Stikstofoxiden (NOx), zwaveloxiden (SOx) en andere significante luchtemissies

Biodiversiteit

EMAS-kernindicatoren en aanvullende indicatoren

GRI standaarden 2016

  • B1: Gebruik van land

  • B2: Aandeel van bijna-natuurlijke gebieden op alle bedrijfsterreinen en -terreinen 

  • B3: Identificatie van één of twee sleutelsoorten en de monitoring daarvan op lange termijn  

  • B4: Vrijwillig gerenatureerde gebieden/compensatiegebieden in verhouding tot het gebruikte areaal

  • 304-1 Operationele locaties die eigendom zijn van, geleased of beheerd worden in of grenzen aan beschermde gebieden en gebieden met een grote biodiversiteit buiten beschermde gebieden 

  • 304-2 Significante effecten van activiteiten, producten en diensten op de biodiversiteit

  • 304-3 Beschermde of herstelde habitats

  • 304-4 Soorten op de rode lijst van de IUCN en soorten op nationale beschermingslijsten met habitats in gebieden die door de activiteiten worden beïnvloed

Water and wastewater

EMAS-kernindicatoren en aanvullende indicatoren

GRI standaarden 2016

  • W1: Totaal jaarlijks waterverbruik

  • W2: Hoeveelheid afvalwater

  • W3: Verontreinigende stoffen in het afvalwater

  • W4: Lozing in oppervlaktewater

  • 303-1 Interacties met water als gemeenschappelijke hulpbron

  • 303-2 Beheer van de gevolgen van waterafvoer

  • 303-3 Wateronttrekking

  • 303-4 Waterlozing

  • 303-5 Waterverbruik

Afval

EMAS-kernindicatoren en aanvullende indicatoren

GRI standaarden 2016

  • A1: Totale jaarlijkse productie van afvalstoffen

  • A2: Totale jaarlijkse productie van gevaarlijke afvalstoffen

  • A3: Samenstelling van het afval

  • 306-1 Productie van afvalstoffen en significante afvalgerelateerde effecten

  • 306-2 Beheer van significante afvalgerelateerde effecten

  • 306-3 Geproduceerd afval

  • 306-4 Afval dat niet wordt verwijderd (voorbereiding voor hergebruik, upcycling/downcycling; recycling en andere terugwinningsactiviteiten zoals compostering en anaërobe vergisting)

  • Angabe 306-5 Afval dat wordt afgevoerd (verbranding met/zonder energieterugwinning, storten)

Klimaatprestatie-indicatoren

Het onderwerp klimaatneutraliteit neemt momenteel een belangrijke plaats in, hetgeen betekent dat klimaatgerelateerde rapportage in de toekomst zeer relevant zal worden. Bedrijven worden aangemoedigd klimaatgerelateerde informatie openbaar te maken, zodat klimaatgerelateerde risico's en kansen kunnen worden beoordeeld en intern de juiste beslissingen kunnen worden genomen. Vanuit het oogpunt van financiële dienstverleners moeten klimaatrisico's ook worden meegenomen in kredietwaardigheidsbeoordelingen, solvabiliteitsklassen en investeringsbeslissingen. Daartoe zijn al uitgebreide eisencatalogi opgesteld, waarvan sommige landen de toepassing door bepaalde ondernemingen verplicht stellen.

Overeenkomstig het concept van dubbele materialiteit kunnen risico's niet alleen ontstaan door negatieve klimaateffecten als gevolg van directe en indirecte broeikasgasemissies - met name door het gebruik van fossiele brandstoffen en productie-emissies bij de productie van cement en aluminium, maar ook in de chemische sector en door veranderingen in het landgebruik of het gebruik van meststoffen.

 

Anderzijds kunnen risico's ook negatieve gevolgen hebben voor een onderneming en zijn bedrijfsmodellen. In dit verband wordt een onderscheid gemaakt tussen fysieke risico's (bv. als gevolg van extreem weer, overstromingen, droogte en langetermijneffecten zoals temperatuurveranderingen, veranderingen in de biodiversiteit en veranderingen in de opbrengstcapaciteit van gebieden en bodems) en risico's in verband met de overgang naar een klimaatbestendige economie (bv. marktrisico's in de vorm van veranderingen in de vraag als gevolg van een verschuiving naar klimaatneutrale leveranciers en producten, politieke risico's van de uitvoering van verplichte energie-efficiëntievoorschriften, koolstofbelastingen, stijgingen van de energieprijzen, en technologische risico's zoals de migratie naar klimaatvriendelijker systemen voor aandrijving).

Volgens de taxonomie van de EU zijn de rapportagevereisten vastgelegd in afzonderlijke wetteksten ("gedelegeerde handelingen") die tot dusver algemeen beschikbaar zijn voor de openbaarmakingsvereisten en voor het rapportagegebied klimaatverandering. Ongeacht deze specificaties moeten ondernemingen rapporteren hoe groot het aandeel van hun ecologisch duurzame economische activiteiten is. De volgende KPI's moeten daartoe in aanmerking worden genomen overeenkomstig § 8 van de EU-Taxonomieverordening:

Omzet-KPI:
Aandeel van de netto-omzet uit producten of diensten die zijn afgestemd op de taxonomie. Deze KPI geeft een statisch overzicht van de bijdrage van de onderneming aan de milieudoelstellingen.

CapEx-KPI:
Aandeel van de huidige of toekomstige kapitaaluitgaven (CapEx-plan) van een activiteit van het bedrijf dat taxonomisch is afgestemd.

OpEx-KPI:
Aandeel van de operationele uitgaven in verband met taxonomie-gebonden activiteiten of CapEx-plan. Bedrijfskosten omvatten directe, niet-geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling, renovatie, kortetermijnleasing, onderhoud en andere directe kosten in verband met het dagelijkse onderhoud van materiële vaste activa die nodig zijn om het continue en effectieve gebruik van deze activa te garanderen.

TCFD (Task Force on Climate-related Financial Disclosures)

  • Toepassing verplicht voor: premium beursgenoteerde bedrijven in het Verenigd Koninkrijk moeten rapporteren volgens de TCFD standaard.
  • Een beperkt aantal van de AEX en Euronext bedrijven rapporteren ook volgens de TCFD-standaard.

 

Targets om het ambitieniveau aan te geven

KPI

Voorbeelden/opmerkingen

Absolute broeikasgasemissiedoelstelling
[metrieke ton CO2-e of % vermindering ten opzichte van het referentiejaar

Bijvoorbeeld doelstellingen voor 2025, 2030 en 2050; vermeld als vermindering in ton of als % ten opzichte van het basisjaar; verwijzing naar toepassingsgebied vereist.

Energie-efficiëntie doelstelling [%]

Bijvoorbeeld 6,5% verbetering ten opzichte van het basisjaar 2018.

Doelstelling voor verbruik en/of productie van hernieuwbare energie

Bijvoorbeeld: stijging met 13% van het aandeel verbruikte hernieuwbare energie in 2025 ten opzichte van het basisjaar 2018.

 

Energie en uitstoot van broeikasgassen

KPI

Voorbeelden/opmerkingen

Totaal energieverbruik [MWh] en/of -productie [MWh] uit hernieuwbare en niet-hernieuwbare bronnen

Bijvoorbeeld 245.343 MWh verbruikt uit hernieuwbare bronnen; 1.450.313 MWh verbruikt uit niet-hernieuwbare bronnen.

Directe uitstoot van broeikasgassen [kg CO2e

 

Scope 1: bedrijven moeten details bekendmaken over 100% van de emissies; indien van toepassing, moeten zij ramingen en uitsplitsingen naar land/locatie presenteren.

Indirecte broeikasgasemissies door de opwekking van elektriciteit, stoom, warmte of koeling [kg CO2e]

Voor bijvoorbeeld 618.240 t CO2e uit Scope 2, details van gebieden zonder emissiegegevens, met uitsplitsing naar land/locatie en bedrijfsactiviteit/dochteronderneming.

Andere indirecte broeikasgasemissies van upstream- en downstreamprocessen

Scope 3; cut-off voor relevantie volgens relevantiecriteria in bijlage H van ISO 14064:2018 [kg CO2e]

 

Blootstelling aan fysieke risico's

KPI

Voorbeelden/opmerkingen

Percentage van de boekwaarde van aan risico's blootgestelde reële activa

Bijv. 25% van de boekwaarde van aan risico's blootgestelde reële activa als gevolg van onderbrekingen of beperkingen van de productiecapaciteit; aanbevolen aanpassingsstrategieën; methode voor de bepaling van het fysieke risico moet worden bekendgemaakt.

 

Producten en diensten

KPI

Voorbeelden/opmerkingen

Percentage omzet uit producten of diensten die substantieel bijdragen tot beperking van of aanpassing aan klimaatverandering

Bijvoorbeeld 15% omzet uit producten die een positief klimaateffect hebben zonder andere klimaatdoelstellingen negatief te beïnvloeden.

Percentage investeringen (CapEx) en/of uitgaven (OpEx) in verband met klimaatmitigatie

5% investeringen (CapEx) in producten met een positief klimaateffect

2,3% van de uitgaven (OpEx) voor activagerelateerde klimaatbeperkende maatregelen

Samenvatting

Wat de methode voor het verzamelen van gegevens voor de hierboven geschetste KPI's betreft, kan in het beste geval een groot deel van deze gegevens reeds beschikbaar zijn via operationele milieu- en energiebeheersystemen. Andere informatie kan worden gehaald uit emissieverslagen en andere wettelijk verplichte verklaringen, onder meer op het gebied van water/afvalwater, afval en emissiebescherming. De toegang tot deze gegevens vereist adequate platforms en processen voor gegevensuitwisseling. Levenscyclusbeoordelingen en andere daarvan afgeleide procedures, zoals Product Environmental Footprint (PEF) en Organization Environmental Footprint (OEF) analyses, maken het ook mogelijk uitgebreidere milieubeoordelingen te maken. In de regel volgt u uw KPI's stap voor stap. Dit betekent dat u niet vanaf het begin alle in dit artikel gepresenteerde gebieden en indicatoren zult kunnen bestrijken. Stel daarom eerst een materialiteitsanalyse op en begin met de milieukernindicatoren die voor uw bedrijf van materieel belang zijn. Het doel is om zowel uw gegevensbestand kwalitatief als kwantitatief voortdurend te verbeteren en het milieueffect van uw bedrijf te optimaliseren. Met een goede set milieu-indicatoren en professioneel milieubeheer bent u goed op weg om uw maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen en uw stakeholders te overtuigen met passende rapporten en cijfers.

X